Afgelopen dinsdag zou mijn vrije dag zijn. Ik werk om de dinsdag bij een man met Parkinson in regio Deventer. Echter ivm vakantie van iemand uit team Mees, was ik bij Mees.
Om 8:00 uur stapte ik de slaapkamer van Mees binnen en zag direct de slingers hangen. Wat leuk, Mees had met een klein beetje hulp van zijn vader, slingers opgehangen voor mijn verjaardag. Ik was namelijk jarig. Wat lief van hen om dat te doen en dat terwijl ik de verjaardag van zijn vader compleet vergeten was. Ik heb “Happy birthday to me” gezongen. Mees glimlachte naar me. Hij zal wel gedacht hebben “arme stakker, heb je het echt nodig om voor jezelf te zingen?” Wie zal het zeggen, haha.
Na de ochtendrituelen was Mees gedoucht, geknipt, getrimd en geschoren en had zin in de dag. Zijn vader had mij de dag ervoor gevraagd, of ik goed ben in vlotten bouwen. ‘Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan’. In het jeugddorp De Glind is, gedurende twee weken, een legertje vrijwilligers van World Servants aanwezig om allerlei klussen te doen voor de mensen met een logeerhuis en voor mensen zoals de vader van Mees. Vorig jaar waren zij er ook. Harde werkers, die zelfs betalen om dit te mogen doen. Chapeau! De Rudolfstichting is de drijvende kracht achter allerlei projecten in en om De Glind.
Dinsdag stond een vlottenrace op het programma. Mees woont naast het logeerhuis Q-Dreams, dat wordt gerund door Quirine. Kinderen uit De Glind waren samengekomen bij het schateiland en kregen instructies. Er werden drie teams samengesteld en de opdracht was om een vlot te bouwen met lege 20 liter vaten, één pallet en touw. De gereedschapskist bevatte één hamer, één bakje spijkers en één zaag. Geduld is een schone zaak.
Ik pakte gauw 6 vaten mét dop, 15 meter touw en een stevige pallet. Tja goed materiaal is het halve werk. Ons team bestond uit vijf begeleiders en vijf kinderen.“Oké, wie heeft een briljant idee voor het ontwerp?” vroeg ik. Er kwam nauwelijks reactie. “Zal ik wel of zal ik niet de leiding pakken?” dacht ik. Ik ben mij ervan bewust dat ik de neiging heb om consultantje te spelen, dus ik probeerde dit niet te doen. Maar ja, de begeleiders waren druk met de kinderen en ik had Mees naast de bouwmaterialen geparkeerd met zijn gezicht mijn kant op. Af en toe maakte ik contact met hem en de andere kinderen.
Op een gegeven moment hadden twee kinderen het touw vast, Mees had een leeg vat op schoot, een ander kind keek wat ik aan het doen was en volgde mij en weer een ander kind begon te huilen en kreeg een hamer in haar handen. We hadden tijd genoeg, dus geen ‘stress’, maar ondertussen was mijn consultant brein een ontwerp voor het vlot aan het bedenken. Een ander team had vier vaten onder de pallet gelegd en begon met touw de vaten vast te maken. “Kijk dat is makkelijk, zo kunnen we het gaan doen” riep iemand uit ons team. “Hmmm… dit lijkt mij niet erg stabiel” gaf ik als reactie.
Een half uur later vertelde ik wat ik bedacht had en probeerde dit af te stemmen met de groep. Hihi, niemand luisterde. Ik begon, nadat ik netjes op mijn beurt gewacht had om die ene zaag te bemachtigen, te zagen en iemand van world servants hielp mee. Iemand van ons team had een extra zaag gehaald. Briljant! Enfin de 6 vaten pasten precies tussen de ruimtes van de planken en staken aan beide kanten een heel stuk uit voor extra stabiliteit. De kinderen en begeleiders spijkerden de planken goed vast.
“Wie heeft er een goed idee om de vaten vast te maken met het touw?”. Uiteindelijk kwam een world servant van een ander team helpen. Hij vertelde hoe hij de vaten had vastgeknoopt en samen klaarden we deze klus.
Een klein uur later lag er een stabiel vlot. Er lagen nog een aantal ongebruikte vaten met dop en daarvan bevestigde ik er twee aan de zijkant voor extra stabiliteit.
De race zou om 15 uur starten, dus tijd genoeg. Een aantal kinderen van ons team gingen naar het logeerhuis voor hun nodige middagtukkie. Iemand van de organisatie vroeg of we al om 13 uur konden gaan racen. Een aantal kinderen waren tijdens het testen van hun vlot namelijk nat geworden, dus beter om eerder te starten. Tja, ‘onze’ kinderen rusten nu, dus kleine kans dat dit gaat lukken. Uiteindelijk werd er met Quirine afgesproken dat wij om 15:30 uur zouden gaan vlotvaren.
Om 15:30 uur stond de kinderen van ons team langs de kant van de vijver. Twee dames van ons team stonden tot hun knieën in de vijver, klaar om de kinderen op het vlot door de vijver te loodsen. Mees ‘wilde’ eerst. Ik tilde hem uit de stoel en knielde bij het vlot. Daar werd hij overgenomen door twee dames en lag hij binnen no-time op het vlot. Eerst onwennig, maar kreeg al gauw een glimlach op zijn gezicht. Na een rondje was een andere kind aan de beurt, totdat iedereen geweest was. Wat een lol hadden de kinderen. Angstgevoelens maakte gauw plaats voor vrolijkheid. Ze voelden zich veilig bij hun begeleiders.
“Ik heb een gek idee!” zei Quirine tegen mij. “Zullen we iedereen mét rolstoel op het vlot zetten en een rondje maken?” Ik was eerst een beetje terughoudend, maar Quirine heeft vaker knotsgekke, super leuke, ideeën, dus ja why not. Mees ‘wilde’ alweer als eerste. Met z’n vieren kregen we Mees met rolstoel op het vlot. Best stabiel zo, uiteraard werd Mees door drie dames begeleid en ging de vijver over. Hij was niet geheel ontspannen, maar liet het gebeuren. Af en toe een klein glimlachje. Daarna de andere kinderen in rolstoel het water over.
Fantastisch om te zien hoe veel plezier de kinderen hadden. Denken in mogelijkheden ipv beperkingen zorgt voor veel vrijheid en ontspanning.