Waar is je bril?

Gisteren was ik bij Carel (zijn echte naam) in Baarn. Vanaf 2018 ken ik hem en sinds die tijd zijn we zo’n 30 keer naar allerlei musea gegaan in zijn bijzondere auto. Heel af en toe schrijf ik over hem.

Bron foto: eigen foto

Al sinds het begin, dat ik hem ken, heeft hij geheugenproblemen en herhaalt met een regelmaat bepaalde onderwerpen. Ik reageer altijd alsof ik het voor het eerst hoor en spoor hem aan om meer te vertellen. Ook snijd ik regelmatig onderwerpen aan en dan vertelt hij daar over.

Sinds anderhalf jaar woont hij in een zorgvilla in Baarn en bezoek ik hem regelmatig. De bezoekdagen stem ik af met zijn dochter. Tegen 14 uur was ik bij de receptie en meldde dat ik voor Carel kwam. Een vriendelijke medewerkster gaf aan dat hij op bed ligt en dat het niet zo goed met hem gaat. Hij ligt meestal op bed te rusten, als ik bij hem kom en dan reageert hij enthousiast op mijn voorstel om naar buiten te gaan en “springt” dan uit bed. Ze stelde voor dat er iemand met mij mee zou gaan. Ik bedankte vriendelijk voor het aanbod, maar gaf aan dat ik me alleen prima red.

Bij binnenkomst in zijn kamer hoorde ik een ietwat zwakke stem. Hij kwam warrig over en zijn stem klonk een beetje hees. “Hij moet drinken” dacht ik onmiddellijk. Er stond een volle kop koude koffie naast zijn bed en twee mokken grotendeels gevuld met water. Hij keek me aan met een vermoeide blik en zei nadat hij mijn stem hoorde “Hallo Frans, leuk dat je er bent”. “O gelukkig, hij herkent me” dacht ik. Ik spoorde hem aan om te drinken. Anderhalve mok met water dronk hij op binnen 5 minuten.

Op mijn vraag “Wat wil je doen, vandaag?” reageerde hij resoluut met “Ik wil naar buiten, wandelen”. Zijn stem werd krachtiger, vermoedelijk doordat zijn lijf het vocht opnam en doordat zijn brein geactiveerd werd. Ik stelde voor om beneden in de eetkamer eerst een kop koffie te gaan drinken. “Klinkt als een goed plan” reageerde hij direct. “Maar eerst moet ik voor een ‘grote’”. Ik weet dat hij grote boodschap bedoelde.

Normaliter staat hij dan zelf op en rijdt hij in de rolstoel zelf naar de toilet. Echter ik had hem al tweeënhalve maand niet gezien. De laatste keer was een kleinkind jarig op de dag dat ik bij hem langs zou gaan. Pas toen hij met mijn hulp stond zag ik dat hij veel was afgevallen en dat hij heel wankel op zijn benen stond. Ik moest hem vol ondersteunen bij de transfer van zijn bed naar de rolstoel. Hij was natuurlijk ook stijf van het liggen, maar ik zag duidelijk verschil.

Het lukte om hem op de toilet te zetten en daarna ook weer om hem in de rolstoel te krijgen. Even later zaten we beneden aan de koffie. We kregen een koekje aangeboden en later een advocaatje met slagroom. Carel en ik lieten het ons welgevallen. Ik slingerden een aantal bekende onderwerpen aan om een beetje af te tasten hoe het met hem gaat. Hij klom op de spreekwoordelijke ‘spreekstoel’ en vertelde best uitgebreid over bepaalde onderwerpen. Zijn stem klonk inmiddels veel beter dan eerder die middag. Ik ben nog even maar de receptie gegaan en heb de medewerkster verteld dat Carel vergeet te drinken en pas drinkt als er iemand bij is. Ik kreeg de indruk, dat ik niks nieuws vertelde.

Bron foto: eigen foto

Na een klein uur zat Carel met vest aan en hoed op in de rolstoel en duwde ik hem door een klein park achter de villa richting het centrum van Baarn. “Zullen we straks een kopje koffie gaan drinken bij jouw favoriete tentje?” vroeg ik hem. “Dat zien we wel als we er zijn” antwoordde hij. Tijdens de wandeling praat ik altijd over de omgeving en stel hem vragen om zijn zintuigen te prikkelen. Ik vond hem goed alert.

We liepen door het centrum over de gezellige Laanstraat naar onze vaste stek ‘Uniek’. Citaat van hun website “Bij Uniek werken mensen die tijdens hun werk een steuntje in de rug nodig hebben Een fijn plek met fijne mensen. Nadat we een een plekje op het terras gevonden hadden, kwam de (volgens mij) eigenaresse onze bestelling opnemen. “Leuk dat jullie er weer zijn. Ik heb jullie gemist”. Dit vind ik zo bijzonder en Carel heeft het wel twee keer tegen mij gezegd hoe bijzonder hij het vindt. We hebben heerlijk een uurtje in de schaduw gezeten. Carel genoot zichtbaar van dit moment. Hij begon ook zelf met gesprekken en aan het eind zei hij tegen mij “ik vind het zo bijzonder dat jij de hele tijd het personeel helpt”. Ik had de kopjes naar de binnen gebracht en had de tafel schoongemaakt nadat Carel koffie geknoeid had. Zonder bril kan hij niet meer goed diepte zien.

Bron foto: eigen foto
Bron foto: eigen foto

Voor mij is het vanzelfsprekend dat ik help, ook in een restaurant. Wat ik zo bijzonder vind, is dat Carel zelf daarmee kwam. Heel fijn om hem zo te zien. We namen afscheid van de aardige mensen en wandelden terug richting zijn appartement. Ik loop tijdens de wandeling altijd naast hem, ook als ik met Mees ben. Met één hand kan ik de rolstoel makkelijk duwen.  Carel vindt het prettig, want we dan kunnen we elkaar regelmatig aankijken als we praten.

Onderweg zei Carel dat er gaten in de weg zitten. Ik liet hem zien dat deze er niet zijn door te slalommen. “Wil je je bril opzetten, zodat je het zelf ook kan zien?”  Normaliter doet hij zijn bril altijd in zijn borstzakje. Maar daar was de bril niet. “Ik ga je even fouilleren “ grapte ik. De bril was nergens te bekennen. “Vind je het goed, dat jij hier in de schaduw wacht, terwijl ik even terug naar het restaurant loop?” Hij vond het prima. Snel wandelde ik terug, maar ook daar geen bril. Op de terugweg heb ik nog op de grond gekeken, maar ook geen bril.

Carel zat relaxt een beetje te dutten. Ik vroeg of hij (met hulp uiteraard) even kon gaan staan, want misschien zat hij wel op zijn bril. Helaas geen bril! “Shit” dacht ik. En toen hij weer ging zitten, hoorde ik iets vallen. Ik keek onder de rolstoel en zag de bril op de grond liggen onder één van de voetensteunen. Blijkbaar heeft hij de bril in zijn borstzakje willen doen, maar is deze in zijn inmiddels veel te ruime broek gegleden. “Pfiewww” ik was opgelucht. Hij moest er zelf ook wel om lachen. Met een bezweet voorhoofd duwde ik hem terug naar huis.

Bron foto: eigen foto

Bij terugkomst in zijn kamer wilde hij even een klein tukkie doen. Ik ging even ergens anders zitten in zijn grote kamer. Na 10 minuten , Carel sliep, kwam iemand van het personeel binnen, zonder kloppen dit keer, en ging direct naar hem toe om hem water te geven. Natuurlijk fijn en heel lief, maar ik gaf aan dat alles onder controle was en dat hij veel gedronken heeft. Na een paar minuten ging ze weer en Carel ging verder met zijn tukkie.

Rond kwart over 5 heb ik hem in de rolstoel geholpen en bracht ik hem naar de eetzaal voor de driegangen maaltijd. Op woensdag is het daar meestal visdag. Een fijne middag met een fijne man. In de auto heb ik zijn dochter gebeld en mijn bevindingen met haar besproken. Ze verontschuldigde zich dat ze mij niet van tevoren had geïnformeerd. Geen excuses nodig, want persoonlijk vind ik het beter om het niet van te voren te weten, zodat ik zelf kan ervaren hoe het is. We hadden een fijn gesprek.