“Terwijl jouw collega vloeibare spinazie drinkt in het bedrijfsrestaurant, zit jij aan het bier met bitterballen in Naarden-Vesting”. Deze kreet, geïnspireerd door een bouwmarkt reclame, kwam in me op, terwijl ik eerder vanmiddag na mijn bezoek aan Hans op een terrasje zat in De Vesting.
Tegen het eind van de ochtend was ik bij Hans. Normaliter ben ik al eerder op de woensdagochtend bij hem, maar vandaag dus later. Hans had een tandarts afspraak in Amsterdam. De afgelopen jaren is zijn gebit in verval geraakt. Zijn focus lag vooral op overleven. Zijn gebit had om die reden ‘enig’ achterstallig onderhoud. In het recente verleden ging ik regelmatig met hem mee naar zijn tandarts ergens in Bussum. Een fijne tandarts, die heel geduldig was, als Hans een beetje off was door stress of wat dan ook. Ze is zelfs een keer bij hem thuis geweest met een soort tandarts-reiskit. Super aardig van haar om dat voor hem te doen.
Pas toen er een aantal kiezen en tanden getrokken moesten worden, kreeg hij een verwijzing naar de kaakchirurg in Blaricum. Het plan was, dat de meeste tanden en kiezen getrokken zouden worden, zodat er een kunstgebit aangemeten zou kunnen worden. Ook hier ging ik regelmatig mee. Ik maakte de afspraken altijd voor op een woensdag, zodat ik hem kon vergezellen. Hij vond het fijn als ik mee ging en ik uiteraard ook.
De kaakchirurg was een ster in het trekken van kiezen. Beetje wiebelen en hupsakee de kies vloog er uit. Echter wat deze zeer aardige man niet realiseerde, was dat zijn definitie van ‘even doorpakken’ niet strookte met hetgeen Hans aankon. Hans is absoluut geen watje als het om (pijn)lijden gaat, maar door de Parkinson-achtige klachten komt pijn soms vele malen heftiger door. Soms moest ik Hans z’n hoofd, vanwege de overbeweeglijkheid, met kracht vasthouden, zodat de kaakchirurg een kies kon trekken. Op een gegeven moment heb ik de beste man er op aangesproken, dat ‘even doorpakken’ niet van toepassing is bij Hans. Dus ‘even’ alle tanden en kiezen er achter elkaar uittrekken was not done. De chirurg schrok er eigenlijk een beetje van. Hij gaf toe, dat hij dat niet had beseft.
Na pak ‘m beet zo’n 6 behandelingen, was Hans klaar er mee. Hij wilde niet meer naar de kaakchirurg in Blaricum. Het gaf hem te veel stress en het duurde soms weken eer zijn lijf weer een beetje in balans was.
Via zijn eigen tandarts kreeg hij een doorverwijzing naar de Stichting Bijzondere Tandheelkunde in Amsterdam. Een jaar geleden ging ik voor het eerst samen met hem in zijn oude trouwe Saab daar naar toe. Een nieuwe wereld ging voor ons allebei open. Het is behalve een grote tandartsenpraktijk ook een opleidingscentrum. Heel groot en heel modern.
Een vrouwelijke tandarts van zo’n jaar of 40 nam de behandeling op zich. Ze trok anderhalf uur per keer uit om Hans van zijn, in eerste instantie, meest pijnlijke kiezen en tanden af te helpen. Een lieve geduldige vrouw, die Hans elke keer weer op z’n gemak stelde. Ik vroeg Hans een keer, terwijl we daar waren, of hij soms verslaafd was aan haar. We hebben er allemaal om gelachen. Soms was Hans niet in staat om te gaan, omdat hij ‘off’ was en dan belde ik vaak last minute af en soms lukte het de tandarts ter plekke niet om Hans te helpen, maar meestal lukte het om één of soms twee kiezen en/of tanden te trekken. Ondertussen was er al een afspraak gemaakt met iemand, die het kunstgebit zou maken. Deze man komt regelmatig bij Hans thuis. Zo fijn, dat dit kan.
Nu één jaar verder is bijna alles gedaan. Nog een paar kleinere ingrepen en het is klaar. Het bovenste deel van het kunstgebit is klaar en wordt al door Hans gebruikt. Het ziet er heel natuurlijk uit, het onderste deel is bijna klaar. Ik heb het hele proces van heel dichtbij meegemaakt. Bij tijd en wijle was het echt heel zwaar voor Hans, maar he did it! De laatste paar keer was Hans, na een bezoek aan Amsterdam op de terugweg naar huis, zelfs in goede doen en gingen we ergens een biertje drinken en bitterballen eten of lunchen. We gaan af en toe naar De Zeemeeuw in Muiderberg, PorterHouse in de haven van Naarden en laatst bij Poortdok aan het Almere strand. Fijne plekken aan het water. Hans heeft hier goede herinneringen aan uit de tijd dat hij nog een zeilboot had. Samen genieten van elkaars gezelschap en eerlijk is eerlijk ook genieten we van het biertje enzo.
Vandaag was Hans te ‘off’ om te gaan. Last minute belde ik naar Amsterdam om door te geven, dat het écht niet lukt vandaag. Het gaf Hans rust. Ik heb een nieuwe afspraak gemaakt voor een andere woensdag in juni. Dus ik heb een paar boodschappen gehaald, een was gedraaid en sushi ‘geserveerd’. Hans smulde er van, daarna werd hij zo moe, dat hij wilde slapen. “Maak je me wakker om 14.00 uur?” vroeg hij mij. Een kleine 45 minuten later ging ik naar z’n slaapkamer. Hij lag in een diepe slaap. Zonde om wakker te maken, maar ja, het was tijd voor zijn medicatie. Ik riep een paar keer zachtjes zijn naam, maar hij reageerde niet. Pas nadat ik m’n hand op z’n heup legde werd hij wakker. Hij was blij dat hij geslapen had en zei dat het hem rust gaf, dat ik er was om hem op tijd wakker te maken. Een half uurtje later gaf hij aan, dat hij verder ging slapen. “Ga maar naar huis, je kunt niks meer doen” zei hij.
Nadat ik de deur achter me dichttrok ben ik eerst naar de autowasstraat in Naarden gereden. Daarna bedacht ik, dat ik zin in bier en bitterballen had. Helaas zonder Hans, maar ik verkeerde toch in goed gezelschap, namelijk mezelf. Heerlijk op een terrasje gezeten in Naarden-Vesting en genoten van m’n biertje. Weliswaar geen Leffe Blond , maar het mocht de pret niet drukken.
Terwijl ik deze blog schrijf vanuit m’n caravan ergens bij Lunteren realiseer ik dat ik dankbaar ben, dankbaar dat ik als ontzorgverlener bijdraag aan het welbevinden van deze mooie mensen. Morgenochtend om half 8 sta ik weer naast het bed van mijn client met een spierziekte. Hij woont voorbij IJsselstein. Zin in!