Afgelopen vrijdag was één van de laatste nazomerse dagen voordat de herfst begint. Wat is de beste plek om dan te zijn? Juist, aan de kust.
Ik had bedacht dat Mees en ik naar Scheveningen zouden gaan. Een afwisselende plaats met een vrij grote haven voor vissers- en plezierboten, een grote boulevard, een oude dorpskern, een grote pier én natuurlijk een mega groot strand. Parkeren in de haven van Scheveningen is handiger omdat er veel plek is. Op een invalidenparkeerplaats kun je met kaart gratis parkeren.
We hebben in de haven rondgelopen en in een Scandinavisch lunch tentje op het balkon gezeten. We hadden uitzicht op de zeehaven, waar allerlei plezierboten liggen. Mees en ik genoten van de zon.
Daarna zijn we richting de boulevard gelopen en zijn we via een aantal verharde paden het strand op gelopen. Daar ontmoette we een oudere dame, die met haar dochter genoot van de najaarszon. Na een gezellig praatje en een aantal foto’s zijn we verder gelopen.
Na ruim tweeënhalf uur zijn we via het het oude dorp teruggelopen naar de auto. Onderweg kwamen we weer hetzelfde groepje ‘hangouderen’ tegen, die we op de heenweg gesproken hadden. Ik had hen verteld dat Mees altijd moet lachen om hoestende en niesende mensen. Toen we hen dus weer zagen, begonnen de twee mannen te niesen en hoesten. Mees had enorme lol en zij ook. Het was een gezellig moment.
Volgens mijn stappenteller hebben we ruim 12 kilometer gewandeld. De terugweg met de Mercedes bus ging zeer voorspoedig. Rond 18:30 uur waren we weer thuis, moe en voldaan