“Ben je belazerd?”

Gisteren was ik bij de heer B. van 90. Het duurde even voordat hij open deed.

Bron foto: DIEDERIK VAN DER LAAN

Hij keek me lachend aan met z’n kleine ogen, dit keer zonder bril. “Lag je te slapen, toen ik aanbelde?” vroeg ik hem. “Ja, maar ik kon niet uit m’n stoel komen, dus het duurde even”. Hij slaapt niet al te best vanwege pijn in zijn benen. Pijnstillers werken soms wel, soms niet.

Zoals elke week stel ik hem een aantal vragen om te checken hoe het met hem gaat.“Ik eet de laatste dagen vier sneden brood in de ochtend” zei hij. Ik schreef direct ‘brood’ op het nog te schrijven boodschappen lijstje. “Heb je vanmiddag al gegeten?” vroeg ik hem. Blijkbaar had hij nog geen lunch gehad. Hij wilde wel een schaaltje yoghurt met vezels (lees Muesli) en honing. Z’n bril had ik inmiddels gevonden. Vorige week heb ik een paar eieren met ontbijtspek gebakken. Hij smulde ervan. Zijn ogen begonnen weer te sprankelen tijdens het eten (en drinken) alsof het energieniveau direct toenam. “Natuurlijk ga ik mee naar de Jumbo. Ik ben de afgelopen week nog niet buiten geweest”.  Ik had bij aankomst al geconstateerd dat hij niet met de auto weggeweest was, want hij stond nog zoals ik deze vorige week had achtergelaten. Ja, je leest het goed hij rijdt nog auto. Een kleintje met een automaat.

Enfin wij naar de Jumbo en nadat alle boodschappen in het karretje lagen, was het tijd voor de inmiddels traditionele cappuccino. Ik loop trouwens altijd aan de rechterkant van hem, want door een ongeluk tijdens de tweede wereldoorlog is hij doof geworden aan zijn linkeroor. Ik vroeg iemand om plaats te maken op de bank, zodat hij kon zitten. Geen probleem, want iedereen kent hem inmiddels. Vaak staan mensen automatisch op als ze hem zien.

Na een paar minuten ging A., een jonge dame van 88, naast hem zitten. “Heb je staan loeren tot we er waren?” vroeg ik haar. Ze bloosde en begon te lachen en ontkende. Ze kunnen het goed vinden en leven op van elkaar. Hij flirt graag en zij laat het zich welgevallen. Nee, geen date, want dat durft ze niet en wat zal de buurt er wel niet van denken . Ik heb ze een tijdje alleen gelaten. Ik ken inmiddels vrij veel mensen die daar komen, dus ik vermaakte me wel.

Na een uurtje gaf ik hem een hele duidelijke hint dat het tijd was om naar huis te gaan? Als ik dat niet doe, sta ik er nu nog. Ook ik probeer mijn grenzen te bewaken, maar doe dit op een liefdevolle manier. Toen hij opstond, kreunde en steunde hij en liep krom en strompelde achter het karretje. Mensen keken bezorgd zijn richting op. “Ben je nu serieus?” vroeg ik hem. “Ben je belazerd?” lachte hij en rechtte zijn rug en liep snel naar de kassa. We kwamen niet meer bij van het lachen. Hahaha…

Topmiddag gehad!