“Wat moet jij nou met een Papegaai?”

Dit was een paar weken geleden mijn reactie op zijn opmerking dat hij een Papegaai wilde.

Bron foto: eigen foto met toestemming cliënt

Mijn hersens waren nog niet ingesteld op het beeld van een Papegaai-beugel. Ik moest om mezelf lachen. De heer B. van 91, heeft moeite om zich om te draaien en om uit bed te komen. “Ik ga thuis wel even ‘googelen’. Als ik er eentje vind die voldoet qua prijs en kwaliteit, mag ik deze dan bestellen?” 

Enfin ik had geluk, er werd een nieuwe aangeboden, die 30% afgeprijsd was. Klik klikklikkerdieklik, 2 dagen later stond er een grote doos in mijn kleine halletje. Gelukkig heb ik vorig jaar een inklapbaar steekwagentje gekocht toen ik bij mijn cliënt met ALS werkte.

Binnen 10 min. stond de beugel bij zijn bed. “Ga eens liggen, zoals je altijd ligt!”. Hij ging direct liggen en trok zich vrij makkelijk op en draaide zich op zijn zij. “Perfect!” riep hij. Gisteren bij hem langsgeweest. Hij is erg blij met de ‘vogel’ in zijn slaapkamer. De douchestoel die ik voor hem besteld had, heeft hij zelf in elkaar gezet en maakt ‘t makkelijker als hij zijn tanden poetst etc.

“Je ziet er goed uit vandaag, mag ik je fotograferen voor een blog”. Bij deze het resultaat! “Ik ben ook iets over jou aan het schrijven, maar ik vertel je niet wat. Dat is een verrassing” zei hij. Ik ben benieuwd wat hij zal schrijven. “We zijn goede vrienden geworden, hè?” vervolgde hij. “Ja, dat zijn we zeker!” Wauw! Wat een mooi compliment. Recent vroeg iemand op LinkedIn zich publiekelijk af of je als zorgverlener je emoties moet tonen aan je cliënten. “Huh?” Moet je je dit echt afvragen? Cliënten zijn ook maar ‘gewone’ mensen en mensen hebben (meestal) behoefte aan warmte en liefde omdat het daar vaak aan ontbreekt. Een luisterend oor kan al heel veel doen. “Ja, alsjeblieft, toon je emoties en gevoelens. Er is behoefte aan.”

We zijn samen naar de Jumbo geweest en hebben boodschappen gedaan. “Kies jij maar een zakje drop uit voor jezelf” zei hij toen ik een paar  zakjes suikervrije ’Ovaaltjes’ in de kar legde. “Nee joh, ik groei dicht als jij mij wekelijks een zakje drop geeft”. Ik ben gek op drop, maar moet wel opletten. “Neem toch een zakje, het is bijna kerst” hield hij vol. Tja, wie ben ik om het dan niet te doen. In de auto hebben we gesmuld van de Engelse drop.

Heerlijke middag gehad met m’n goede vriend.