“Laren aan zee”

Vorige week woensdag was ik weer bij Carel (dit keer zijn echte naam in overleg met zijn dochter). Ik schreef in mijn vorige blog “Ouwe en nieuwe koeien” over mijn ontmoeting met hem in de statige zorgvilla in Baarn. Met zijn dochter heb ik afgesproken, dat ik hem elke maand op woensdag ga bezoeken.

Bron foto: selfie bij ‘Laren aan zee’ in Singer museum

U kent de weg?

Bij binnenkomst in het grote prachtige pand, meldde ik bij het personeel dat ik voor Carel kwam. “O leuk, u weet de weg?” vroeg een aardige dame. “Ja hoor, antwoordde ik dapper, maar ik moest toch even zoeken. Ik wist ongeveer waar hij woont, maar was vergeten of het op de eerste of tweede verdieping was. Met hulp kwam ik bij zijn kamer. Ik loop niet zomaar naar binnen en klopte netjes. Carel riep dat ik binnen kon komen.

Hij zwaaide zijn benen over de bedrand

Hij lag even te rusten, maar reageerde zeer verheugd dat ik er was. We praatten een tijdje, terwijl hij nog even op z’n bed lag. Ik weet dat hij altijd heel graag in het Singer museum in Laren komt c.q. kwam. In het recente verleden was ik er een keer of drie, vier met hem. Op mijn vraag of hij zin had om met mij naar het Singer museum te gaan, reageerde hij super enthousiast. Hij veerde op en zwaaide zijn benen over de rand van het bed.

Ik hoef maar in m’n vingers te knippen…

Carel is inmiddels 80 en als gevolg van diabetes mist hij een deel van zijn onderbeen, net onder de knie. Zonder prothese is hij verdomd handig in de transfers van zijn bed naar de rolstoel , naar het toilet etc. Niet alleen is het fijn voor hem, dat hij zich nog goed kan bewegen, maar ook voor zijn zorgverleners 😁 is het fijn. De reden, dat Carel sinds een aantal maanden in een zorginstelling woont, heeft vooral te maken met de dementie. Zijn korte, maar ook middellange termijn geheugen laten hem veelvuldig in de steek waardoor thuiswonen steeds moeilijker werd voor hem, maar ook voor zijn dochters. Zij regelden het reilen en zeilen van alles in en om het grote huis waar hij woonde. Hij heeft vrede met de keuze van zijn dochters. “Ik hoef maar in m’n vingers te knippen en zij regelen alles voor me” zei hij trots.

Zullen we de blauwe rolstoel nemen?

Carel deed de prothese aan en ging in de rolstoel zitten. “Zullen we de blauwe rolstoel nemen, die bij de deur staat?” stelde ik voor. Zijn dochter had me van tevoren getipt, ook had ze me verteld waar ik zijn museumkaart zou kunnen vinden. De blauwe rolstoel ken ik nog van mijn eerdere tripjes met Carel in de Rolls Royce. Deze is een stuk lichter en makkelijk hanteerbaar. “Wil je eerst nog even naar de toilet, voordat we gaan?” vroeg ik hem. “Goed idee” antwoordde hij direct en hij trippelde naar de toilet. Hij heeft daar nog geen hulp bij nodig en ook hoef ik hem niet te wijzen dat hij z’n handen mag wassen. Tijdens zijn toiletbezoek heb ik de museumkaart uit zijn agenda gevist. Makkelijk, want z’n dochter had geappt dat ik de kaart óf in z’n telefoonhoesje, óf in een mapje met pasjes, óf in z’n agenda zou kunnen vinden. Easy peacy!

Carel had gelijk

Ik vertelde hem dat ik zijn museumkaart al had gevonden en vroeg of hij een vest mee wilde nemen en of hij nog medicatie nodig had in de middag? Hij wilde een vest mee en een sjaal, maar medicatie was niet nodig. Eenmaal beneden vroeg ik aan één van de verzorgers of Carel medicatie nodig heeft in de middag. Alleen om 17 uur, maar dat mag ook een half uur later. Ze was blij, dat we samen naar Laren zouden gaan. Maarre…Carel had dus gelijk over z’n medicatie. Ik merk niet heel veel van de dementie, behalve dat hij bepaalde dingen niet meer weet. Het gekke is, dat hij wel ineens mijn naam zei. Misschien had zijn dochter hem net voordat ík arriveerde mijn naam nog een keer gezegd, maar dat betreft dan weer zijn korte termijn geheugen 🤔 Laat ik nu maar niet doen, alsof ik het allemaal begrijp 😁

Hij genoot van de rit

De transfer van de rolstoel naar de bijrijdersstoel in m’n auto verliep heel vlotjes en we gingen op weg naar Laren. Een stukje van slechts 12 kilometer, dus niet ver. Hij genoot van de rit en vertelde me een paar keer hoe fijn het het vond om weer daar heen te gaan. Hij wist niet meer hoe lang geleden het was dat hij daar voor het laatst was, maar hij dacht dat het best lang geleden was. Na een korte plezierige rit arriveerde we bij het museum. Bij het vertrek realiseerde ik dat ik niet om zijn invalidenparkeerkaart gevraagd had. Ach laat maar zitten voor deze keer.

Een invalidenparkeerkaart was niet nodig

Bij aankomst bleek dat alle invalide parkeerplaatsen bezet waren, sterker nog, alle parkeerplaatsen waren bezet. Op zo’n 500 meter van het museum was nog een plekje. Eigenlijk was dat een uitkomst, want een wandelingetje door het prachtige Laren is een groot plezier. Hij zat letterlijk en figuurlijk op de praatstoel. Dit soort uitjes is zo ontzettend belangrijk. Zijn dochter zei later dat zij helaas te vaak alleen functionele ‘uitjes’ met hem heeft. Een bezoek aan de tandarts, ziekenhuis etc.

Het was druk in het museum, maar voelde goed. Misschien had het te maken met de expositie ‘Laren aan Zee’ van Gé-Karel van der Sterren. Kijk maar eens op de website van het museum. Het zijn prachtige grote schilderijen van een hedendaagse kunstenaar. “In deze tentoonstelling spiegelt Gé-Karel van der Sterren ons voor hoe we omgaan met verlies. Hoe de maakbaarheid van de wereld zich verhoudt tot onze flexibiliteit ten aanzien van verandering. Hoe zou het zijn wanneer Laren in de nabije toekomst transformeert van heidedorp tot badplaats aan zee?“ citaat van de website van het Singer museum.

Bron foto: singerlaren.nl

Ik wist niet van tevoren welke tentoonstellingen er waren, ik laat me namelijk graag verrassen. Carel genoot van de ‘buzz’ en gaf aan, dat we eerst maar eens voor een kopje koffie moesten gaan. Er kwam een tafeltje vrij. Na een kwartiertje gingen we richting de zalen. “Ga hier maar naar links” zei Carel. Hij kent de weg goed.

Bron foto: eigen foto

Impressionisme en modernisme

 “De Singercollectie omvat werken uit de periode 1880-1950 van kunstenaars als Anton Mauve, Jan Sluijters, Kees van Dongen, Leo Gestel en Bart van der Leck. Daarnaast is Singer Laren een thuishaven voor particuliere kunstverzamelingen.” citaat van hun website. Een heel fijn, modern museum met grote zalen met goed licht. Een aanrader om heen te gaan!

Polaroids van vervlogen tijden

We gingen op een zeer laag tempo van kunstwerk naar kunstwerk en regelmatig gaf Carel aan, dat hij wilde weten van wie het werk was, van wanneer en of het in het bezit van het museum is. Carel is een groot liefhebber van de romantische kunststroming. Kort uitgelegd (mijn vrije interpretatie) zijn dat als het ware de polaroidfoto’s ‘genomen’ tussen het einde van de achttiende eeuw en het midden van de negentiende eeuw.

Naaktportretten doen het goed

Tijdens mijn ca. 30 museum tripjes met Carel in de afgelopen paar jaar, ben ik deze stroming zeer gaan waarderen. Het geeft een kijkje in vervlogen tijden. Behalve romantische kunst houdt Carel bijvoorbeeld ook van de werken van Jan Sluiters en Kees van Dongen. Naaktportretten van vrouwen doen het vooral goed bij hem, maar ook bij mij hoor. Laren was in het de begin van de 20e eeuw een kunstbolwerk. Veel kunstenaars zochten elkaar daar op. Het is dan ook niet raar, dat de Amerikaan Willem Singer in 1902 in Laren terecht kwam met zijn vrouw. Hij liet in 1911 de villa De Wilde Zwanen bouwen. De villa is het hart van het Singer museum.

Laren aan Zee

De expositie ‘Laren aan Zee’ viel goed in de smaak bij Carel en bij mij. Grote kleurrijke doeken waar veel op te zien is. Het Singer museum schrijft het volgende over deze expositie van Gé-Karel; “Verpakt in kleurrijke, met veel verve geschilderde voorstellingen, zet Gé-Karel van der Sterren ons kijkers bewust op het verkeerde been. Want achter zijn op het oog herkenbare, aantrekkelijke beelden gaat vaak een angstige notie schuil: de keerzijde van consumptiegedrag en hedonisme.” citaat van hun website.

Bron foto: eigen foto bij ‘Laren aan zee’ in Singer museum
Bron foto: eigen foto bij ‘Laren aan zee’ in Singer museum

Hulp bij plassen tegen een boom?

Net voor sluitingstijd van het museum gingen we weer naar buiten. Voordat we naar buiten gingen, vroeg ik hem of hij nog naar de toilet wilde. “Niet nodig , ik ga thuis wel” antwoordde hij. Oké prima. Het had enorm hard geregend, toen we binnen waren, maar inmiddels was het weer droog. Het wandelingetje was heerlijk. Halverwege wilde Carel achter de rolstoel lopen om de benen te strekken. Hij loopt een beetje wankel op z’n benen,  maar achter de rolstoel of rollator gaat het best goed. Zodra hij stond gaf hij aan, dat hij enorm nodig moest plassen. Ik stelde voor om hem te helpen om langs de weg tegen een boom te plassen, maar uiteindelijk gaf hij aan, dat hij het tot thuis zou redden.

Bron foto: eigen foto in Laren

Bij de ingang van ‘zijn’ villa zei hij dat hij het verder alleen wel redde. Ik liep toch nog even mee om te melden dat we er weer waren en dat het tijd voor z’n medicatie was. Hij kon gelijk door naar de eetzaal. Hopelijk heeft hij nog wel even geplast voordat hij aan tafel aanschoof.

We hebben een fijne middag gehad samen. Ook al herinnert hij zich al onze eerdere uitjes niet meer, het voelt toch als vanouds om met hem op stap te gaan.