Afgelopen dinsdag was ik in Haarlem bij Paul, een man van 74 met vasculaire dementie en diabetes. Ik schrijf regelmatig over hem en zijn vrouw, Myriam. Inmiddels kom ik al ruim een jaar bij hen. Meestal zegt Paul ‘nee’ als ik hem vraag of hij naar buiten wil. Dat wil niet zeggen, dat ik zijn mening altijd respecteer.
Dit bedoel ik niet rot of lullig, maar juist het tegenovergestelde. Buitenlucht is erg goed voor Paul, maar als hij het helemaal voor het zeggen heeft, blijft hij het liefste de hele dag binnen om te slapen. Vroeger was hij veel buiten, maar sinds zijn hersenbloeding in 2014 komt hij nog maar één à twee keer per week buiten. Ik zeg altijd dat ik van de buitendienst ben.
Dinsdag regende het pijpenstelen, maar Myriam en ik vonden het toch een goed idee om naar buiten te gaan. Deze keer werd Paul niets gevraagd, vermoedelijk omdat we wisten, dat hij ‘nee’ zou zeggen. Myriam had nog iets te doen in het centrum van Haarlem, een goede reden om naar buiten te gaan. Hun appartement stamt uit de 17e eeuw en is op z’n zachtst gezegd niet bepaalde rolstoel vriendelijk, maar met een paar kleine aanpassingen van Myriam is het goed te doen.
Sinds Myriam een po- douchestoel aangeschaft heeft, is het makkelijker om Paul naar de traplift te brengen. Je moet Paul overal in en op zetten, maar Myriam oefent elke dag zit/sta oefeningen. Soms helpt hij door zich aan z’n armen omhoog te trekken. Binnen no-time zat Paul in de rolstoel, met een vrij dikke trui en een mooie regenjas. Zelf had ik een donzen jasje, niet bepaald regenbestendig.
Enfin wij naar buiten. Myriam moest ergens even iets regelen, dus Paul en ik stonden buiten in de stromende regen te wachten. Het water gutste nog net niet via mijn oksels over mijn rug m’n broek in, of toch wel?. De broek en schoenen van Paul werden ook zeiknat. “Paul, zou jij nu wensen dat je een poncho aanhad?” vroeg ik hem. Hij antwoordde direct bevestigend. “Weet je dat zeker?” en weer antwoordde hij direct met een “Ja”. “Nou, dan moet ik een hartig woordje met Myriam spreken” zei ik hem.
Een tijdje geleden had ik het met Myriam over Mees en zijn knalgele poncho. “Een poncho??? Jij gaat toch ook niet in een poncho lopen, waarom Mees dan wel?” vroeg ze. Tja, anders wordt hij nat. Myriam en Paul hebben altijd een hekel gehad aan een poncho. ‘Liever nat regenen, dan een poncho dragen’ is hun credo. Al moet ik eerlijkheidshalve toegeven, dat ik me vroeger ook liever nat liet regenen, dan dat ik zo’n ding droeg. En plastic zakjes over mijn schoenen? ’Aan me nooit niet!’. Het gevolg was dat ik het de hele dag ijskoud had op school. Nu denk ik daar anders over, maar ja, ik draag zelf nog steeds geen poncho als het regent, maar een (vind ik zelf) mooie regenbestendige knalblauwe jas. Alhoewel één keer toen ik met Mees op stap was, wenste ik dat ik zo’n ding had.
Enfin, toen we weer terug in huis waren, heb ik Paul een droge broek aangetrokken en de kachel stond inmiddels te loeien. Mijn natte jas was binnen een mum van tijd droog, ik vertelde Myriam over de wens van Paul. Ze begon te lachen en vroeg aan Paul “Paul, wat hoor ik, wil jij een poncho?” Dit keer reageerde hij direct afwijzend met een duidelijk hoorbaar “Nee”.
Volgende week begin ik een paar uur eerder. Ik ga meekijken c.q. meedoen met het ochtendritueel t.w. het uit bed halen, douchen etc. Myriam heeft aangegeven, dat het goed is, dat ik dit ook kan doen, als zij bijvoorbeeld ziek is, of een dag weg. Tot nu toe heeft ze dit altijd zelf gedaan, omdat dit soort momenten ook best intiem zijn en omdat Paul het fijn vindt als zij dat doet. Het is wel heel zwaar voor haar om te doen. Ik ben dus benieuwd.
Het was in ieder geval weer een fijne dag met z’n drieën.