Doei Utrecht! Hallo Drenthe!

Recent schreef ik de blog ‘Het ontroert mij’. Een blog over afscheid, verdriet en misschien ook wel frustratie en boosheid.

Bron foto: van internet geplukt

De afgelopen vier jaar ben ik vrijwel elke donderdag bij Karel geweest. Karel is overigens niet zijn echte naam. Gisteren, op maandag stapte ik om 10:00 uur binnen. Normaliter werk ik samen met Mees, maar ik had mijn dienst aan iemand anders overgedragen, zodat ik hen kon helpen.Zijn vrouw zat aan de eettafel te praten met Carolien, ook een gefingeerde naam, één van de zorgverleners uit team-Karel. Zij had hem al uit bed gehaald en gewassen enzo. Karel zat op de toilet een e-book te lezen.

Er heerste een beetje verdrietige stemming. Iets wat eigenlijk al jaren in de lucht hing, was nu ineens daar; de verhuizing van Karel naar een kleinschalige zorginstelling in Drenthe. Enige tijd geleden viste ik voor het eerst naar de gevoelens van Karel mbt. de verhuizing. “Moet ik je écht vertellen, hoe ik me hierover voel?” had hij geantwoord. Dit antwoord bevatte alles in één korte zin.

Er waren weinig opties betreffende zorginstellingen. In de nacht slaapt hij met een zuurstofmasker. Helaas hebben vrij weinig zorginstellingen hier ervaring mee, dus de spoeling was dun. Tijdelijk ergens logeren om een idee te krijgen of het zou bevallen, is er vaak niet bij. “Daar kunnen we niet aan beginnen” is soms het antwoord. En daarnaast moet je een enorme papierwinkel optuigen om überhaupt ergens te kunnen logeren.

In Drenthe logeerde Karel al regelmatig, dus hij kent de plek. Is het ideaal om te wonen? Tja, moeilijk te zeggen, het blijft een zorginstelling. Karel heeft sinds een jaar of 24 de ziekte Myotone Dystrofie, een progressieve spierziekte. De laatste paar jaar ging het steeds iets verder achteruit. Het werd zodoende steeds moeilijker om thuis te blijven wonen. Hij viel soms en kwam er tot nu toe met een paar beurse plekken,  een hoofdwond en een paar kleerscheuren vanaf. Maar wat als hij iets breekt of erger? Er is geen ruimte voor een tillift in huis. Zijn vrouw vertelde met tranen in haar ogen, dat ze zichzelf steeds de vraag stelt of ze er goed aan gedaan heeft. Carolien troostte haar met lieve woorden.

Mijn inlevingsvermogen is best groot, maar ondanks dat kan ik nauwelijks bevatten wat dit met een gezin doet. De verzekeringsmaatschappijen veranderen de status van ‘gehuwd samenwonend met kinderen’ naar ‘alleenstaand met kinderen’. De elektrische rolstoel, die vermoedelijk al afgeschreven is, moet van het ene WMO loket overgeschreven worden naar het WMO loket in de nieuwe gemeente vanwege het onderhoudscontract e.d.. “Natuurlijk, mevrouw, dat regelen we voor u. Maakt u zich er verder geen zorgen over” zou een logische reactie moeten zijn, echter de realiteit in ‘zorgland’ is weerbarstiger en levert vaak een lange radio stilte op. Zomaar even een greep uit de collectie.

Rond 11:30 uur vertrok de taxibus met Karel naar Drenthe. Hij zat alleen in de bus met zijn vaste chauffeur. Zijn vrouw en zoon vertrokken na mij met een auto vol met spullen. Mijn auto lag ook vol. Onderweg op de A28 zag ik in de verte de taxibus met Karel rijden, althans dat hoopte ik. Ja, het was de bus met Karel er in. Ik wachtte met inhalen tot de weg vrij was en ging naast hem rijden en toeterde als een idioot en had één arm uit het schuifdak en zwaaide naar hem. Ik kon niet zien of hij het zag, maar later zei hij met een kleine glimlach dat hij me gezien had. Haha leuk.

Bron foto: ook van internet geplukt

In Drenthe alle spullen uitgepakt, zodra Karel en zijn vrouw en zoon er waren. Hij verblijft tijdelijk in zijn piepkleine logeerkamertje. Zodra er ruimte komt, trekt hij in zijn definitieve ruimere kamer. Na zo’n anderhalf uur gaf ik aan, dat ik naar huis zou gaan, zodat het gezin samen kon zijn. Het voelde voor mij totaal ongepast om daar te blijven. Ik kreeg een dikke knuffel van zijn emotionele vrouw en vele bedankjes. Ik wilde zijn zoon een hand geven, maar hij gaf mij ook een knuffel en met een trillende stem bedankte hij me voor alles. “Je bent een goede zoon” stamelde ik. En tegen Karel zei ik  “Karel, we gaan elkaar tot vervelens toe zien. Tot gauw ziens”. Hij keek me niet aan. Hij heeft eerder al afscheid genomen van de vaste taxichauffeur, van z’n buren, vrienden, de kapper, huisarts etc. etc. Ik zag dat hij het moeilijk had. Met gemengde gevoelens reed ik naar huis.

Vanaf maart gaan vier mensen uit zijn vertrouwde zorgteam hem maandelijks een keer bezoeken, helpen, entertainen en misschien zelfs de persoonlijke verzorging doen. We gaan het zo regelen, dat hij elke week iemand over de vloer krijgt.