NLdoet, de grootste vrijwilligersactie van Nederland, georganiseerd door het Oranje Fonds viel dit jaar op 10 en 11 maart. De vader van Mees heeft een leger aan vrijwilligers via NLdoet opgetrommeld. Ik zeg bewust ‘leger’ aangezien er zo’n 7 à 8 militairen van een nabij gelegen kazerne onderdeel uitmaakte van de troepen.
“Ze komen al om 9 uur, maar dan ben jij nog niet klaar met Mees” had z’n vader mij een aantal dagen voor deze dag gezegd. Ik had natuurlijk best al om 7:30 uur kunnen komen, maar ik had de dag er voor ook een lange (overigens zeer fijne) dag met mijn ‘nieuwe’ cliënt doorgebracht, dus stond ik op de gewone tijd t.w. 8 uur op appèl naast Mees zijn bed. Een algehele inspectie was niet nodig. Mees lag heerlijk relaxt in z’n bed met geluid te glimlachen naar me. “Mees, vandaag hebben we een beetje haast, want er komen om 9 uur 25 vrijwilligers allerlei klusjes doen en ja mag hun werk controleren”. Mees keek me aan met een blik van “ja ja, ik hoor wat je zegt, kerel, maar ik laat me niet opjagen”.
Enfin, Mees besloot om het darmspoel-ritueel ietwat te vertragen, dus het lukte niet om eerder klaar te zijn. Zijn vader kwam af en toe kijken of Mees al zo ver was, want er was een fotograaf die een foto zou gaan maken van het moment dat Mees een handje helpt. Ik voelde mij een klein beetje opgejaagd, maar ach dat was een gevoel wat helemaal van mij was. Toen het fotomoment voorbij was, heb ik Mees onmiddellijk aan de sondepomp met een liter voeding aangesloten. Daarna heb ik hem aan het vernevelingsapparaat gekoppeld. Dit laatste is een paar keer per dag nodig om slijmvorming in de longen en luchtpijp te beperken.
Het was een drukte van belang, een aantal dames waren broodjes aan het smeren en koffie en thee te verzorgen. Andere dames waren begonnen om een leegstaande woning met zorgunit voor bewoning gereed te maken. Muren werden door hen gewit en op de eerste verdieping waren een paar militairen bezig met het leggen van laminaat. De militairen werkten in hoog tempo. Buiten leek het alsof er een veldslag plaatsvond; de jungle werd binnen no-time door hen gecultiveerd. Struiken gesnoeid, dakgoten, tuinmeubels en bestrating schoongemaakt met de hogedrukreiniger, blad geveegd etcetera.
Alle grijze, groene, oranje en blauwe kliko’s zaten op een gegeven moment vol met tuinafval. De vader van Mees vroeg of ik hem wilde helpen om het afval via de stort in Barneveld af te voeren. Mees liet ik achter bij een andere begeleidster. We hebben zo’n 7 volle grote kliko’s in de bus van Mees gezet en afgevoerd. Handig zo’n lift.
Bij terugkomst heb ik me natuurlijk weer over Mees ontfermd. We zijn naar buiten gegaan om de werkzaamheden te ‘inspecteren’. Mees in een dikke jas en regenponcho, want het stroomde de hele dag van de regen. Ik maakte een praatje met een officier van de logistieke tak binnen defensie. In een legergroen blauw verleden heb ik 14 maanden gediend voor het vaderland. Ik was van lichting 89-3 en had het even over diensttijd bij de luchtmacht in Nijmegen en Woensdrecht en over het ICT systeem (SAP) binnen defensie. Ik heb jarenlang gewerkt als (managing) consultant, gespecialiseerd in de logistieke tak binnen dit ICT systeem. We hadden veel raakvlakken, maar ik beperkte me tot korte praatjes. Deze mannen en vrouwen waren er niet om te lullen, maar om te poetsen.
In 1989 zat ik de eerste twee maanden van mijn militaire dienst in Nijmegen in de schoolbanken en leerde van alles over de rangen en standen binnen defensie. Dit is inmiddels ruim 30 jaar geleden, dus mijn kennis is tamelijk roestig. “Bent u luitenant of kapitein?” vroeg ik aan een andere militair. “Nee” zei hij lachend “ik ben kolonel!” Oeps, haha, hij bleek de baas van iedereen op de kazerne te zijn. Grappig, we lachten er hartelijk om.
Halverwege de middag was iedereen weg en heb ik samen met een begeleidster de laatste rommel opgeruimd. Mees was inmiddels klaar met de drukte en was toe aan een uitstapje. “Mees we gaan op stap met de bus” deed het weer erg goed bij hem. Als hij geen heupgordel én borstharnas zou dragen, zou hij zo uit z’n stoel zijn gevlogen van enthousiasme.
Ik vroeg of Kim zin had om mee te gaan. Zij zorgde die middag voor Merel (fictieve naam). Om in het ‘militaire sfeertje’ te blijven, stelde ik het nationale militaire museum in Soesterberg voor. Ik was hier al vaker met Mees. Een prachtige ruim en modern museum waar veel te zien is. Ook voor kinderen is er veel te doen. Vlak voordat we vertrokken begon het flink te sneeuwen. Grote vlokken zorgde voor een winters landschap. Prachtig!
De parkeerplaats van het museum is een paar honderd meter van de ingang verwijderd. Mees reageerde super enthousiast, maar in combinatie met de harde wind vond hij het minder geslaagd. Rolstoel omgedraaid en hem naar de ingang getrokken. Een barre tocht van nog geen 5 minuten. We waren er om 16 uur en konden mooi nog een uurtje rondkijken voordat het museum zou sluiten.
We hadden veel plezier met z’n vieren en gingen door de sneeuw terug naar huis.
Voordat ik met het avondritueel begon, heb ik Mees eerst nog even voorgelezen uit de Kameleon. Hij genoot er van. Rond 20:15 uur ging ik naar huis. Een hele gezellige drukke dag.