Een vleugje welbevinden

Vanochtend vroeg was ik in Hilversum en heb Emile geholpen met douchen en aankleden, daarna heb ik o.a. boodschappen gedaan voor Hans in Bussum en vervolgens door naar Carel in Baarn. Maar onderweg was ik enorm slaperig, dus eerst een powernap op de parkeerplaats van Kasteel Groeneveld in Baarn.

Bron foto: selfie

Eerst een powernap

Eigenlijk werk ik best wel veel en met reistijd erbij is het meer dan fulltime. Natuurlijk moet ik niet zeuren, want als ik mijn werk vergelijk met anderen in de zorg, dan valt het best mee. En als ik het aantal werkuren vergelijk met mijn vorige job als managing consultant, dan heb ik ook geen klagen. Klaag ik dan? Nee, maar ik was wél slaperig. Met de dochter van Carel spreek ik nooit een exact tijdstip af, aangezien ik niet weet hoe het bij Hans gaat. Na mijn zeer korte schoonheidsslaapje was ik om 13:45 uur bij Carel. De vorige keer schreef ik over mijn uitstapje met Carel naar het fantastisch mooie Singer museum in het altijd prachtige Laren.

Oud en krakkemikkig

Carel lag nog even te rusten op z’n bed en toen hij hoorde wie ik ben, veerde hij net als vorige keer van zijn bed. Een oude krakkemikkige man van 80? Niks van te zien en niks van te merken. “Carel, wat zou je willen doen vanmiddag?” en voordat hij überhaupt tijd had om te antwoorden, probeerde ik hem richting Kasteel Groeneveld te duwen voor een wandeling in de zon. Ik kan best een ‘beetje’ sturend zijn. Als consultant was dat commercieel heel verantwoord, maar in de zorg doe ik het niet meer zo als vroeger. Mijn sturende reactie aan Carel was “Vorige keer naar Singer museum geweest… bla bla bla…. heerlijk weer, zonde om binnen te zijn … bla bla bla … een wandeling in de tuin van …?” Carel reageerde direct met “Ik zou liever hier in de buurt willen wandelen. Het centrum van Baarn is leuk” Haha, wat vind ik dit leuk. “O Carel wat een goed idee van je” Ik ken het winkelcentrum van Baarn eigenlijk niet. “Er is wel één nadeel” vervolgde Carel. “En dat is?” vroeg ik. “Jij moet de rolstoel duwen!” Haha, ik vond het grappig, maar Carel was serieus. “Ik kan niet meer zo ver lopen” was het argument. “Tuurlijk joh, geen probleem”. En het was geen probleem. Enfin Carel wilde direct weg. “Koffie drinken we wel op een leuk terrasje in het centrum”. Binnen no-time waren we beneden in de gang en binnen no-time was ik weer boven om zijn hoed en zonnebril te halen. Zijn bankpasje had ik al uit z’n portemonnee gehaald en in zijn telefoonhoesje gestoken. Ik liet het aan Carel zien. “Prima” was zijn reactie. 

Bron foto: eigen foto

Er is geen verkeerde kant

Ik had Carel voor de zekerheid even afgemeld. “Veel plezier, riep de dienstdoende zorgverlener. Eenmaal buiten gingen we eerst vanuit zijn zorgvilla de verkeerde kant op. There is no such thing as de verkeerde kant, want ik herkende de buurt en stelde voor om een ‘bakkie’ te doen op het terras van voormalige ‘koninklijk’ station Baarn. Ik was in het verleden een paar maal in Eethuys-Café ‘De Generaal’. Een leuk grand café met een mooi terras. Ik heb Carel de geschiedenis van dit café verteld met een ‘beetje’ hulp van het wereldwijde web. Enfin, de koffie was nog maar nauwelijks op, of Carel stelde voor om af te rekenen. Hij zocht naar z’n portemonnee. Ik vertelde dat ik zijn bankpasje in z’n telefoonhoesje gedaan had.  Zijn bankpasje deed het niet, dus ik heb de rekening betaald, als in voorgeschoten.

Geloof jij in God?

Via mijn ‘Kaarten’ app heb ik de juiste richting naar het centrum van Baarn bepaald en binnen 10 minuten waren we in een heel gezellig winkelstraatje. Aan het eind stond de deur van de Pauluskerk open. “Wil je even binnenkijken?” vroeg ik hem. Dat wilde Carel wel. Hij vertelde over zijn katholieke opvoeding en de tijd op de katholieke kostschool. Dat laatste vond hij geen hit. We zijn er verder niet op in gegaan. Komt wel een keer. Ik vroeg hem of hij in God gelooft. Dit leidde tot een fijn gesprek.

Bron foto: eigen foto

De andere kant is nog beter

Hij wilde nog even naar de Hema voor wattenstaafjes. Bij de kassa zocht hij naar zijn portemonnee. Ik vertelde dat ik zijn bankpasje in z’n telefoonhoesje had gedaan. Terwijl ik de €1,25 afrekende, zijn bankpasje doet het tenslotte niet, zei ik en passant tegen de oudere kassière “Zo nu hebben jullie de omzet voor deze week binnen”. Ze lachte en we wisselden nog een paar woorden. Carel wilde naar links, maar ik kon hem snel overtuigen dat de winkelstraat na de Hema ophoudt. We liepen dezelfde straat weer in, maar nu vanaf de andere kant. Het was een totaal andere straat geworden. Carel herkende het niet. Na een paar honderd meter stelde Carel voor om nog iets te gaan nuttigen. Hij, als doorgewinterde koffieleut aan de koffie, en ik als redelijk afgekickte koffieleut aan de verse gemberthee.

Bron foto: eigen foto

“Waar is mijn portemonnee?”

Carel zocht voor de derde keer naar zijn portemonnee. Ik vertelde hem voor de derde keer, dat hij alleen zijn betaalpasje bij heeft, maar dat die niet werkt bij draadloze betaling. De kunst is om het te vertellen alsof het voor mij de eerste keer is. Rustig, geduldig en hem niet laten weten, dat ik het al voor de derde keer vertel. Helemaal niet nodig.

Go with the flow

Nadat ik afgerekend had, zijn we binnendoor via de Parkstraat of -laan eerst de totaal verkeerde kant opgelopen, maar dit keer wist ik precies waar we moesten zijn. Ik had gewoon geen haast en liet ons met de straat meebewegen. Via een klein parkje kwamen we bij de voordeur aan. Ik heb ons weer aangemeld. Het was half 5, dus ruim op tijd voor het eten voor Carel. We hebben nog een half uurtje nagepraat en toen ben ik vertrokken richting mijn sleurhut in Lunteren. “Ik vond het fijn, dat je er was” zei Carel bij het weggaan. Ik vond het ook fijn om hem weer te zien.